Een van de ontwerpen van Monika Buch voor ado. Foto: Monika Buch
Met een mondkapje op, sprak ik afgelopen zomer met Monika Buch (1936).1 Ik nam plaats op de sofa in het interieur dat ontworpen is door haar man, architect Bertus Mulder (1929). Om mij heen hingen de schilderijen van Buch. In haar geboorteland Spanje boekte ze met haar geometrische composities de afgelopen jaren veel succes. Haar recente kunstwerken zijn een soort spel: een optisch spel. Het zijn beschilderde transparante platen die door spiegels gereflecteerd worden. Maar het spel begon met haar speelgoedontwerpen voor ado.
In het Amsterdamse stadsarchief ligt een presentatieblad van een speelgoedfabrikant met allerlei autootjes.1 Een van de wagens herkende ik als een model van ado speelgoed. Maar op de voorkant zat niet het kenmerkende ronde ado merkje, maar een ruitvormig exemplaar. Later kwam ik het merkje weer tegen, het was van Naber speelgoed.2 Waarom kwam deze ado wagen uit de fabriek van Naber in Apeldoorn, nota bene de geboorteplaats van ado?
De melkwagen van Naber (model 124), een kopie van ado. Foto: Stadsarchief Amsterdam
Een handjevol Nederlandse speelgoedfabrikanten maakten in de eerste helft van de twintigste eeuw poppenhuismeubeltjes in vernieuwende meubelstijlen. Een voorbeeld is dit oranje hoekstoeltje. Het staat als ado speelgoed in een recent boekje van het CODA Museum.1 De toeschrijving is onjuist en doet geen recht aan de echte maker. De vondst van een catalogus uit circa 1928-1930 bevestigt namelijk dat het stoeltje uit de fabriek van Kabouter Speelgoed komt. Het toont ook aan dat er nog veel meer bijzonder speelgoed in de werkplaats gemaakt werd.2 In dit blog krijgt deze vergeten fabriek weer een gezicht.
Voor een toekomstig artikel ben ik op zoek naar verhalen, catalogi, foto’s en speelgoed van Olanda uit Amsterdam. De fabriek stond onder leiding van Philip Simons. Hij trok kunstenaars aan om het speelgoed te ontwerpen. Dit waren in ieder geval: Phemia Molkenboer, Hendrik Wijdeveld, Ben Wierink, Jan Rinke, Willemine Polenaar, R.W.P. de Vries jr. en Wybo Meijer. Zij ontwierpen onder andere: poppenmeubels, roldieren, spellen, bolderkarren en hobbelpaarden. Ook konden er hele kinderkamers ingericht worden. Het speelgoed en de kindermeubelen werden van 1915 tot 1925 uitgevoerd in de werkplaatsen aan de Daniel Stalpertstraat.
Bezit u drukwerk of speelgoed van Olanda? Heeft u een verhaal gehoord van een (groot)moeder of (groot)vader? Ligt er op uw zolder nog een oud fotoboek met een of meerdere foto’s van de werkplaats in de Amsterdamse Pijp? Neemt u dan alstublieft contact op, zodat we deze fabriek weer een gezicht kunnen geven.
Ook zoek ik informatie over andere fabrikanten van houten speelgoed uit de periode 1900-1940. Dit zijn fabriekjes met namen als: Ma-Ka-Wo in Tiel en Den Haag en Ko-Co (Hollandsche Speelgoed Industrie) in Haarlem en Rotterdam. Ook zou een schilder Vredenburg (Cornelis Vreedenburgh?) speelgoed hebben ontworpen voor een Leidse firma. Mocht u hier iets over weten, dan hoor ik dat graag.