Met een mondkapje op, sprak ik afgelopen zomer met Monika Buch (1936).1 Ik nam plaats op de sofa in het interieur dat ontworpen is door haar man, architect Bertus Mulder (1929). Om mij heen hingen de schilderijen van Buch. In haar geboorteland Spanje boekte ze met haar geometrische composities de afgelopen jaren veel succes. Haar recente kunstwerken zijn een soort spel: een optisch spel. Het zijn beschilderde transparante platen die door spiegels gereflecteerd worden. Maar het spel begon met haar speelgoedontwerpen voor ado.
Monika Buch voor ado
Met het vertrek van Ko Verzuu in 1955 verloor de ado werkplaats haar belangrijke ontwerper. Buch kwam drie jaar later met hen in contact via het Instituut voor Industriële Vormgeving in Amterdam. De werkplaatsleiding vroeg haar om speelgoed te ontwerpen, ze kreeg er duizend gulden voor, en het werd in 1959 afgebeeld in de catalogus.
Het speelgoed van Buch werd maar kort gemaakt, en dat is jammer. In haar ontwerpen komen haar studie aan de Hochschule für Gestaltung in Ulm en haar studie pedagogiek in Utrecht namelijk mooi samen. Het speelgoed was: solide, mooi en pedagogisch zeer verantwoord. Ook refereerde Buch aan het bestaande ado aanbod en wist het zelfs te verbeteren.
Twee compleet verschillende ado blokkendozen
Hoe houd je een stuk speelgoed gedurende de eerste vier levensjaren interessant? Met die vraag hield Buch zich bezig. Ze vond de blokkentoren van Verzuu in dat opzicht te beperkt. De blokken hadden allemaal verschillende afmetingen en konden daardoor maar op een aantal manieren gestapeld worden. Buch nam Verzuu’s ontwerp als uitgangspunt en gaf er haar eigen draai aan.
Ze maakte keuzes die meer mogelijkheden opleverden voor het opgroeiende kind. Alle blokken hadden hetzelfde langwerpige formaat en waren open. Daardoor konden de blokken in elkaar gestoken worden en zo op veel manieren gecombineerd worden. Een kind van een jaar doet andere dingen met de blokken dan een kind van twee of drie jaar: van tegen elkaar slaan en naast elkaar leggen, tot het bouwen van talloze simpele en ingewikkelde bouwwerken.2 De blokken bleven dus interessant.
Het realistische plastic ado paard
Ook met haar gestileerde dieren refereerde Buch aan de bestaande productlijn. Ze verafschuwde het realistische plastic paard dat ado verkocht. Na het vertrek van Verzuu importeerde de werkplaats ze van het Duitse Steha. Een stap terug als je bedenkt dat realistische paarden, toen nog met echt haar en glazen ogen, in het eerste kwart van de twintigste eeuw al gehaat werden door architect H.P. Berlage en museumdirecteur Otto van Tussenbroek.3 Buch keek naar het plastic paard en maakte een eigen zeer gestileerde houten variant.
Nakomertje voor ado
Het aantrekken van Buch was misschien een oplossing voor het vertrek van Verzuu, maar ado had nog twee problemen. Het einde van het sanatorium was aanstaande, want er waren nog maar een paar tuberculeuzen. De dynamiek was weg. Tegelijkertijd leek ook de tijd van het houten speelgoed voorbij, metalen die-cast autootjes waren zeer populair en goedkoop plastic speelgoed zou spoedig zijn opwachting maken.
De opdracht aan Buch kan als een laatste vergeefse poging gezien worden om het ado speelgoed een impuls te geven. Ook Pieter van Gelder kreeg nog een opdracht. Zijn ontwerpen waren heel anders, veel realistischer dan dat van Buch en met veel tierelantijntjes. Hij maakte een hobbelpaard dat dienst kon doen als bloemenstandaard. Het is bijna geen speelgoed meer te noemen. De werkplaatsleiding hinkte duidelijk op twee gedachten met de opdrachten aan Buch en Van Gelder.
Het speelgoed van Buch is een verbetering van het ado aanbod uit de jaren vijftig. Het werd in elkaar gezet door de laatste tuberculeuzen. Het was een nakomertje voor ado. Eigenlijk maakt dat de ontwerpen alleen nog maar interessanter dan ze al zijn.
Hoogachtend, Bert Sibon
Als honorarium voor de speelgoedontwerpen ontving Buch duizend gulden. Dat staat in deze brief. Hij werd getekend door Bert Sibon, administratief leider van de ado werkplaatsen.
In een ander blog werd duidelijk dat Sibon een oude vriend was van de familie Naber. Twee decennia eerder had deze familie een fabriek waar ado werd nagebootst.
Monika Buch’s Presentatieblad
In het persoonlijke archief van Buch bevindt zich een presentatieblad met acht genummerde foto’s. Hierop staan bouwblokken, dieren en autootjes. Het zijn uitgevoerde en niet uitgevoerde ontwerpen voor ado. De zeer gestileerde houten autootjes zijn niet uitgevoerd. Ze werden uit één stuk hout gemaakt en zijn een verwijzing naar de populaire realistische die-cast wagentjes. De dieren werden daarentegen wel in productie genomen, en staan afgebeeld in de catalogus uit 1959 (productnummers 510 en 195).
ado op de tentoonstelling Kinderspel (1965)
Helaas werd het speelgoed van Buch niet lang door ado gemaakt. Ook later kwam het er niet meer van.4 Toch kwam er wel waardering voor haar speelgoedontwerpen. Zo was de blokkendoos samen met de andere ontwerpen te zien op de tentoonstelling Kinderspel (1965) in het Stedelijk Museum in Amsterdam.
Ook kocht Museum IVAM in Valencia in 2018 enkele van haar ado ontwerpen vanwege de tentoonstelling A Contratemps, over vrouwelijke kunstenaars uit Valencia.
De H-blokken van Monika Buch
Een ander ontwerp van Buch waren de zogenaamde H-blokken. Net als de stapelkubussen boden ze talloze mogelijkheden. Ze werden niet uitgevoerd, maar wel gewaardeerd. Zo waren de lettervormige blokken te zien op Kinderspel, wilde het Stedelijk Museum specifiek dit ontwerp houden voor een vervolgtentoonstelling, en nam A.J. Vroom ze mee naar de speelgoedbeurs in Nürnberg.5 Helaas bleek een andere producent dergelijke al blokken te maken.6
Voetnoten
- Gesprek met Monika Buch, 11 september 2020.
- Kinderspel: een keuze uit hedendaags speelgoed (Amsterdam: Stedelijk Museum Amsterdam, 1965).
- H.P. Berlage, “SPEELGOED,” in: Catalogus van de tentoonstelling Kind en Kunst (Amsterdam: Stedelijk Museum, 1906), 42-49. O. van Tussenbroek, Speelgoed, marionetten, maskers en schimmenspelen (Rotterdam: W.L. & J. Brusse, 1925), 18.
- Onder andere dhr. Vroom, baas inkoop speelgoed van Vroom & Dreesmann, heeft zich over het speelgoed gebogen. Ook mw. Pée uit Ulm zette zich in voor het speelgoed. In het archief van Buch bevindt zich diverse correspondentie met hen.
- J.E. Crommelin namens het Stedelijk Museum aan M. Buch, 19 augustus 1965, persoonlijk archief Monika Buch.
- A.J. Vroom aan M. Buch, 10 februari 1975, persoonlijk archief Monika Buch.