Waar moet ik naar kijken?

Deze handleiding geeft antwoord op verschillende vragen. Misschien ben je benieuwd of jouw ado meubeltje of wagen origineel is, en uit welk jaar het komt. Hier staan de kenmerken van het ado speelgoed.

Merkjes op ado speelgoed

Als je wilt weten of je echt ado bezit en hoe oud het is, kan je het beste op zoek gaan naar een merkje. Door te merken hoopte men illegale namaak tegen te gaan. In de jaren twintig, dertig, veertig en vijftig waren dit telkens andere merkjes. Het vertelt je daardoor hoe oud het speelgoed is.

Potlood

vroege jaren twintig

Er is nog geen merk, wel product- en kleurcode en de prijs.

Het dennenboommerkje onder op het speelgoed

Dennenboom

medio jaren twintig

Het eerste merk was een gestempelde of ingebrande dennenboom.

Letters ‘ado’

1930 – 1934

Met een sjabloon werd ‘ado’ op de motorkap van de wagens gespoten.

Letters ‘ado’

vanaf 1930

De meubeltjes kregen ‘ado’ aan de onderkant gebrand.

Metalen schildje

vanaf 1934

Naast het brandmerk werd er een wit of creme metalen plaatje met ‘ado’ gespijkerd.

Merkjes met relief uit de jaren vijftig

Met reliëf

eind jaren veertig

Er werden andere kleuren schildjes in gebruik genomen, dit keer met reliëf.

Merkjes zonder relief uit de jaren vijftig

Zonder reliëf

jaren vijftig

Groene, zwarte en zilverkleurige merkjes zonder reliëf kwamen er bij.

Dennenboomsticker eind jaren vijftig

Sticker

vanaf 1959

Het laatste merk is weer het boompje, maar nu in de vorm van een sticker.

Het uiterlijk van ado

Ook aan de kleur, de vorm, het materiaal en het aanbod kan je zien hoe oud het speelgoed is. Er veranderde door de jaren heen namelijk veel.

Poppenhuismeubeltjes

In de jaren twintig en dertig maakten de patiënten onwijs veel meubeltjes in meerdere kleurstellingen. Compleet anders was dat vanaf de jaren veertig. In de catalogi stonden nog maar een paar meubeltjes, die alleen nog in wit, crème of blauw werden gelakt. De meeste ado huisraad komt dus uit de beginjaren.

Drie poppenhuisstoeltjes van ado speelgoed in twee verschillende kleurstellingen
Drie verschillende bouwmaterialen-wagens van ado speelgoed

Ko Verzuu’s vroege ado wagens

De ado wagens veranderden geleidelijker dan de poppenmeubeltjes. Verzuu’s Bouwmaterialen 904 (1932 en 1935) en Bouwbedrijf 964 (1937) laten goed zien hoe de ontwerper zijn auto’s langzaamaan vlotter en aantrekkelijker maakte.

  • De allervroegste wagens waren meestal in donkere kleuren geschilderd, tot Verzuu zijn palet halverwege de jaren dertig omgooide. Grijs en bruin maakten plaats voor blauw, geel, rood, groen en oranje. Meestal had een model twee kleuren: één hoofdkleur en één kleur voor de details.
  • De eerste wagens hadden een vierkante cabine en een verticale voorzijde. Verzuu schuinde ze in de loop van de tijd af en maakte zo zijn wagens aerodynamisch en ‘snel’.
  • De eerste auto’s kregen houten wielen. Tussen 1932 en 1934 werden ze omgewisseld voor metalen exemplaren met rubberen banden.

Het late ado wagenpark

De ontwikkelingen stopten niet in de jaren dertig, ook in de jaren vijftig kregen de auto’s transformaties.

  • Waar een wagen eerst slechts twee kleuren had, werden rond 1950 de verschillende onderdelen vaak in een andere kleur gelakt. Maar na ongeveer 1955 verdwenen de kleuren bijna helemaal. Net als bij andere fabrikanten, kregen de auto’s vaak enkel een laag blanke lak.
  • De cabines veranderden ook, nu hadden ze een platte voorkant, zonder schuine uitstekende motorkap. Vierkante ramen maakten soms plaats voor ronde ruiten.
  • Er vond rond 1950 weer een bandenwissel plaats. Ze werden nu geleverd door Dunlop.
  • Halverwege de jaren vijftig verdwijnen de grote wagens bijna geheel uit het assortiment.

Eerste Hulp (932) uit 1934 (eerste versie)

Eerste Hulp (932) uit 1935 (tweede versie)

Autosleper (363) van 1951

Kraanwagen (355) uit 1955

Etiketten of stempels van winkels

In de speelgoedwinkel of in het warenhuis werd er op het speelgoed vaak een etiket geplakt, of er werd een stempel opgezet. Soms heeft dit merkje de tand des tijds overleefd, dan laat het zien wanneer het speelgoed ongeveer gemaakt is.

Andere etiket of stempel gevonden? Stuur hem op!

Slijtage, restauratie en replicas

Twee keer de oranje ado tax, maar slechts één is het origineel uit 1953. De ander is een replica uit 1999 van de Sociale Werkvoorziening uit Zeist. Het was een van de modellen die zij kopieerden. In de details is duidelijk te zien dat het namaak is, dit zijn: onjuiste wielen, een nieuw merkje en een gebrek aan slijtage.

Veel ado is opgeknapt. Zo’n restauratie is te herkennen aan een gebrek aan ouderdomssporen. Zo heeft de verf altijd wel wat craquelé, krassen en/of verkleuring, is het metaal van de wielen wat geërodeerd en zijn de rubberen bandjes wat gebarsten en niet helemaal rond meer. Het helpt om goed te kijken. Als een wagen of een meubeltje er té mooi uitziet, is er aan geklust!

Twee verschillende ado wagens, de een is het origineel, de ander een kopie

Andere kopiisten van ado speelgoed

Herman uit de Bosch

Herman maakte voor zichzelf kopieën van allerlei ado-objecten, dit deed hij soms samen met Verzuu jr. Hij merkte met replica merkplaatjes.

Ko Verzuu jr.

De zoon van Ko Verzuu maakte enkele wagens onder de naam ko-py-ado. Ze verschenen in beperkte oplage, werden gebrandmerkt met ‘ko-py-ado’, en waren niet voor de verkoop bestemd.

Het brandmerk van ko-py-ado
Foto: Joop Plasmeijer

Geen duidelijkheid?

Heeft deze handleiding met de kenmerken van het speelgoed niet geholpen? Dan kun je altijd contact opnemen!