Speelgoed uit een sanatorium
Liggen, liggen en nog eens liggen
Het verhaal van ado speelgoed begint in 1918 in de Soerense Bossen in Apeldoorn. Bij de villa Berg en Bosch werden Duitse barakken geplaatst, waarin geallieerde officieren tijdens de Eerste Wereldoorlog hadden gebivakkeerd. Vanaf 1918 lagen hier patiënten die leden aan tuberculose, een longziekte die voor de Tweede Wereldoorlog veel mensen fataal werd. De behandeling bestond uit rust in de ‘gezonde lucht’ in sanatoria. Sanatorium Berg en Bosch was een dergelijk herstellingsoord.
Arbeidstherapie als nazorg
Na het verblijf in het sanatorium moest men weer aan het werk. Als voorbereiding daarop werkten de nazorgpatiënten vanaf 1922 in de ado werkplaats, een idee van directeur Willem Bronkhorst (1888 – 1960). Omdat de patiënten nog niet compleet konden meedraaien in de maatschappij, werden ze beperkte arbeidskrachten genoemd. De producten uit de werkplaats kregen daarom de naam: arbeid door onvolwaardigen, afgekort ado. De patiënten maakten allerlei voorwerpen, zoals speelgoed, onder leiding van Jacobus (Ko) Verzuu (1901 – 1971), en weefwerk, onder leiding van Elisabeth Loke (1902 – 1988). De werkplaatsleiders ontwierpen ook de producten. Op een foto van de Apeldoornse werkplaats is te zien dat de productie van ado nog een relatief kleinschalige bedoening is.
Een gloednieuw sanatorium
Na een decennium in Apeldoorn waren de oude Duitse barakken niet langer geschikt. Op 3 februari 1932 begon Herwonnen levenskracht, de Rooms-katholieke vereniging tot bestrijding van tuberculose, daarom met de bouw van een nieuw sanatorium. Het kwam te staan in de Eikensteinse bossen in Bilthoven. Een andere plaats, maar de naam Berg en Bosch bleef wel. In het nieuwe hoofdgebouw verbleven 340 patiënten en in kleine aangrenzende hutjes nog 50 á 60 nazorgpatiënten.
Productie tot het eind
Ook in Bilthoven werd het ado speelgoed gemaakt, in een werkplaats die speciaal was gebouwd voor de grootschalige productie. Dit gebeurde tot 1962. Er kwam toen een einde aan sanatorium Berg en Bosch, omdat tuberculose grotendeels verdween. Na de oorlog ging immers de welvaart omhoog en kwam er betere huisvesting. Als gevolg daarvan kregen veel minder mensen de ziekte. Ook waren er nu medicijnen voor de behandeling. De Sociale Werkvoorziening Zeist ging na 1962 nog wel door met de ado-productie, maar de tijd van de bijzondere wagens en meubeltjes was toen al lang voorbij. De afkorting ado veranderde ook, naar: Apart Doelmatig Onverwoestbaar.
Op Instagram plaatsen wij af en toe foto’s van Berg en Bosch en de ado werkplaatsen. Kom je ergens een leuke ansichtkaart of foto tegen? Wij houden ons aanbevolen!